
Een betere wereld begint bij jou (en zeker ook bij mij)
Vorig jaar werkte ik bij een ministerie als projectleider binnen de interne academie. Om het leiderschapsprogramma voor de managers op touw te zetten. Na een paar maanden kwam daar nog iets bij, de organisatie van een managementconferentie. Ik kreeg een blanco cheque qua inhoud, niet qua budget. Gaandeweg kwamen er wel wat “randvoorwaarden” bij “om rekening mee te houden”.
Omdat ik de vrije keus had en me bezighield met leiderschap binnen het ministerie was het snel duidelijk waar het congres over moest gaan: leiderschap en het vertrouwen van de burger. Je kon de krant niet openslaan of er stonden meerdere voorbeelden in die aantoonden dat het met het vertrouwen van de burger niet zo goed gesteld was. Opiniepeilingen hadden nog niet eerder zo laag gescoord op het vertrouwen van burgers in politiek, instituten en ‘de overheid’. Diverse ‘schandalen’ werden breed uitgemeten en becommentarieerd. Slecht nieuws reist wellicht net zo snel als ‘fake’ nieuws.
Het thema, ‘het vertrouwen van de burger herstellen’, suggereert dat er maar één soort vertrouwen bestaat. Vertrouwen kent echter vele gezichten en vele factoren die het beïnvloeden. Daarbovenop: DE burger bestaat ook al niet, dus daar begint het werk van een projectleider, adviseur of programmamanager bij dergelijke complexe onderwerpen: het expliciet maken van de maatschappelijke opgave, focus aanbrengen in de inhoud en het proces, zorgen voor draagvlak bij de actieve stakeholders, proactief signaleren en flexibel zijn in de uitvoering.
Een project moet een duidelijk doel hebben, en een organisatieontwikkeling een visie.
Het organiseren van de conferentie begon als een duidelijk omlijnd project met een kop en een staart, maar werd een onderdeel van een programma waar veel verschillende lijnen door elkaar liepen om de leiderschapsontwikkeling te versterken. Het ontwikkelde door naar een adviestraject om tot meer zelfreflectie en tegenspraak binnen de gehele organisatie te komen. Zo kan een project dus uitgroeien naar een programma en zelfs een organisatieveranderingstraject.
Op zich een goed ‘groeimodel’. Toch betekent het groeien van een onderwerp ook dat er extra focus moet worden georganiseerd op de kern en de bedoeling, anders verwatert de intentie en wordt de omvang en complexiteit zo groot, dat het over alles en dus niks meer gaat. De focus is weg en daarmee ook de verandering. Daar is het publieke vertrouwen natuurlijk te urgent of belangrijk voor. Een project moet een duidelijk doel hebben, een programma moet een duidelijke ontwikkeling beogen, een organisatieontwikkeling moet een visie in zich dragen. En dat niet alleen: in het dagelijks doen en laten moeten tenminste aspecten van dat grotere belang zichtbaar worden, en liefst blijven.
Het vertrouwen van de burger kan groeien als we in onze dagelijkse bijdrage stapje voor stapje koers houden op het zichtbaar maken van onze wil om de juiste dingen te doen. Het liefst ook nog eens door de juiste dingen goed te doen. Niet doen alsof, maar authentiek. Vertrouwen vraagt om authenticiteit, dus welke rol je ook vervult in het publiek domein, meer vertrouwen van de burgers begint bij jou en mij.
